Odette Moeskops
Vanzelfzwijgend
N.Cool31-07-2024
Odette Moeskops heeft een mooi boek geschreven; qua vormgeving, titel, taal én inhoud.
Het mag worden gezien en vastgehouden. Vanzelfzwijgend staat voor alles dat vanzelf gaat in organisatie-relaties, daarmee vanzelfsprekend is en soms onmogelijk te veranderen lijkt. Moeskops heeft een fijne pen; duidelijk en licht academisch, waarmee ze ingewikkelde concepten helder uitlegt en toepasbaar maakt.
Het boek wortelt in tradities. Aan de basis liggen onder andere de onderzoeken van Bamforth en Trist, in Engelse kolenmijnen in de jaren ’50. Hier werd de relatie gelegd tussen de toepassing van technologie, de betekenis hiervan voor de organisatie van werk en de gevolgen voor relaties en emoties in het sociale systeem; de basis voor de (moderne) sociotechniek. Mooi en herkenbaar voor een organisatieontwerper als ik, voor wie bedrijfsresultaten en kwaliteit van werk hand in hand gaan.
De inhoud van dit boek biedt handvatten om de dynamiek in vastzittende relaties te onderzoeken, begrijpen en te veranderen. Emoties vormen hierbij de ‘brandstof’: ze voeden individueel gedrag en beïnvloeden zo relaties, wat leidt tot patronen in interacties, die ze in stand houden. Het systeempsychodynamisch perspectief, een manier om te onderzoeken hoe onbewuste emoties en groepsdynamiek invloed uitoefenen op gedrag, maakt het mogelijk die patronen te ontrafelen, begrijpen en in beweging te krijgen.
Moeskops gebruikt begrippen die duidelijk maken waarom het soms gaat zoals het gaat. Voorbeelden hiervan zijn collusie, het onbewust samenwerken om moeilijke gevoelens en spanningen te vermijden. En regressie: het terugvallen naar minder volwassen gedrag als reactie op stress of spanningen. Of splitsing, waarbij een verandering leidt tot extreem tegenstrijdige, ongenuanceerde, reacties bij (groepen) mensen. Deze kennis helpt ‘entree’ te krijgen tot de ‘vanzelfzwijgende wereld’, geeft richting bij het ‘gidsen in de onderstroom’ en ‘jezelf als instrument in te zetten’: het onderzoeken van de eigen emoties en duiden wat deze zeggen over spanningen en patronen in het systeem. Dat vraagt ‘jongleren met identificaties’: het behouden van meervoudige partijdigheid. En ‘het bieden van holding’: een houvast om met moeilijke situaties en gevoelens om te gaan. Ook beschrijft ze welk eisen dit stelt aan de adviseur, bestuurder of manager die in het ‘landschap van emoties’ wil interveniëren: ‘het vermogen om te verdragen’. Dit vereist het kennen van de eigen emotionele reacties en patronen en deze kunnen weerstaan. Zo wordt het boek impliciet persoonlijk, merk ik. Ken ik mijn eigen emotionele reacties en patronen voldoende en kan ik deze lezen en ontleden en zo onderscheiden wat van het systeem is en wat van mij? Iets dat de ‘rêverie’ expliciet maakt: het mijmeren over woorden en gebeurtenissen en het verkennen van de bijbehorende eigen gevoelens.
Toen haar eerste boek, ‘Het doorbreken van organisatiepatronen’ in 2014 verscheen, moest de onderstroom nog een plek krijgen, stelt Moeskops. Inmiddels behoort deze tot het dominante discours van het organisatieadviesvak. En is er weinig aandacht voor de kwaliteit van de organisatiestructuur: de afspraken over wie waarvoor verantwoordelijk is, wie met wie samenwerkt, wie welke beslissingen mag nemen en hoe er wordt gestuurd. Een waardevolle bijdrage is daarom het hoofdstuk ‘Hoe organisaties een sociaal weefsel vormen’. Veel publicaties beschrijven de harde bovenstroom en de met emoties geladen onderstroom als een polariteit. Moeskops maakt duidelijk dat ze onlosmakelijk zijn verbonden. De eerste is mede bepalend voor de interacties in de tweede en het sociale weefsel dat daarbinnen, via psychologische processen, ontstaat en holding biedt. Schiet dit houvast te kort, dan krijgt de informele organisatie de overhand, met alle gevolgen van dien. Er is dus een onderscheid aan te brengen in de kwaliteit van structuren, concludeer ik als ontwerper. Een uitdaging voor ontwerpers om te onderzoeken welke structuurkenmerken succesvol zijn in het ontwikkelen van hoogwaardig sociaal weefsel.
Het boek bestaat uit 7 hoofdstukken, deels bewerkingen van eerder verschenen artikelen of blogs. Deze vormen een consistent geheel en zijn prima apart en in willekeurig volgorde te lezen. Ze zijn verrijkt met voorbeelden, die de theorie tot leven brengen. Intermezzo’s introduceren de verschillende hoofdstukken. Het boek bevat zowel een inleidende samenvatting als een introductie van elk onderdeel in het eerste hoofdstuk, ‘Vanzelfzwijgend’. Handig om naar terug te grijpen, wanneer je begrippen en inhoud wil terugvinden. Daarbij is elk hoofdstuk voorzien van bronnen.
Moeskops bouwt met dit boek verder op haar eerdere publicatie, terwijl ze begrippen en concepten evengoed uitlegt, toegelicht, verrijkt en voorziet van voorbeelden. Daarbij biedt ze ook nieuw interventierepertoire, zoals aandacht voor discours en narratieve interventies: het afbreken en weer opbouwen van verhalen, waarmee gebeurtenissen en relaties nieuwe betekenis krijgen. Het hoofdstuk ‘Wat doet het je doen’ en het inleidend intermezzo, maken nieuwsgierig en tegelijkertijd voel ik me als adviseur, vanuit mijn traditie, onzeker. Zal het me ooit lukken om ‘te navigeren tussen het landschap van identiteit en dat van actie’? Om ‘een methodische positie van neutraliteit in te nemen? En om een ‘beschouwende derde positie te faciliteren’? Daarbij betrekt dit hoofdstuk gedachtengoed van maatschappelijke duiders als Rosa, Verhaegen en Foucault. Een trend die afgelopen jaren zichtbaar is in het organisatieadviesvak en die ik - persoonlijk - moeilijk vind in mijn praktijk toe te passen. De laatste paragraaf van dit hoofdstuk heet ‘geen toverdoos’, waarin de auteur aangeeft dat een narratief systeemperspectief geen totaaloplossing biedt, maar alleen een deel is van een veranderstrategie. Dat stelt me gerust.
Het laatste hoofdstuk, ‘Verschil maken in kwesties die er toe doen’, gaat over tegenspraak in, of beter gezegd, richting de top. Ik moet denken aan wat ik noem, de tegenspraak-paradox: de praatpraktijk waar tegenspraak gewenst is of zelfs geïnstitutionaliseerd, en de daadpraktijk waar tegenspraak tot oncomfortabele, zelfs onveilige, gevoelens kan leiden. Een actueel onderwerp.
Vanzelfswijgend is een mooi boek, dat een ander dan gebruikelijk perspectief biedt op de dynamiek in organisaties. Het is geen boek om even uit te lezen. Dat geeft niets, want het is tijdloos. Het is een boek om op te kauwen, te ontdekken en op terug te grijpen. Het is mooi en leerzaam. Hoewel het wordt aangeprezen als bedoeld voor ingewikkelde situaties, wanneer het vastzit en ‘gewone’ interventies niet werken, reikt het wat mij betreft kennis aan die in veel situaties inzicht biedt en toepasbaar is. Een welkom bijproduct: het dwingt tot reflectie op eigen emotionele reacties en leidt tot zelfkennis.
N.Cool31-07-2024
Odette Moeskops heeft een mooi boek geschreven; qua vormgeving, titel, taal én inhoud.
Het mag worden gezien en vastgehouden. Vanzelfzwijgend staat voor alles dat vanzelf gaat in organisatie-relaties, daarmee vanzelfsprekend is en soms onmogelijk te veranderen lijkt. Moeskops heeft een fijne pen; duidelijk en licht academisch, waarmee ze ingewikkelde concepten helder uitlegt en toepasbaar maakt.
Het boek wortelt in tradities. Aan de basis liggen onder andere de onderzoeken van Bamforth en Trist, in Engelse kolenmijnen in de jaren ’50. Hier werd de relatie gelegd tussen de toepassing van technologie, de betekenis hiervan voor de organisatie van werk en de gevolgen voor relaties en emoties in het sociale systeem; de basis voor de (moderne) sociotechniek. Mooi en herkenbaar voor een organisatieontwerper als ik, voor wie bedrijfsresultaten en kwaliteit van werk hand in hand gaan.
De inhoud van dit boek biedt handvatten om de dynamiek in vastzittende relaties te onderzoeken, begrijpen en te veranderen. Emoties vormen hierbij de ‘brandstof’: ze voeden individueel gedrag en beïnvloeden zo relaties, wat leidt tot patronen in interacties, die ze in stand houden. Het systeempsychodynamisch perspectief, een manier om te onderzoeken hoe onbewuste emoties en groepsdynamiek invloed uitoefenen op gedrag, maakt het mogelijk die patronen te ontrafelen, begrijpen en in beweging te krijgen.
Moeskops gebruikt begrippen die duidelijk maken waarom het soms gaat zoals het gaat. Voorbeelden hiervan zijn collusie, het onbewust samenwerken om moeilijke gevoelens en spanningen te vermijden. En regressie: het terugvallen naar minder volwassen gedrag als reactie op stress of spanningen. Of splitsing, waarbij een verandering leidt tot extreem tegenstrijdige, ongenuanceerde, reacties bij (groepen) mensen. Deze kennis helpt ‘entree’ te krijgen tot de ‘vanzelfzwijgende wereld’, geeft richting bij het ‘gidsen in de onderstroom’ en ‘jezelf als instrument in te zetten’: het onderzoeken van de eigen emoties en duiden wat deze zeggen over spanningen en patronen in het systeem. Dat vraagt ‘jongleren met identificaties’: het behouden van meervoudige partijdigheid. En ‘het bieden van holding’: een houvast om met moeilijke situaties en gevoelens om te gaan. Ook beschrijft ze welk eisen dit stelt aan de adviseur, bestuurder of manager die in het ‘landschap van emoties’ wil interveniëren: ‘het vermogen om te verdragen’. Dit vereist het kennen van de eigen emotionele reacties en patronen en deze kunnen weerstaan. Zo wordt het boek impliciet persoonlijk, merk ik. Ken ik mijn eigen emotionele reacties en patronen voldoende en kan ik deze lezen en ontleden en zo onderscheiden wat van het systeem is en wat van mij? Iets dat de ‘rêverie’ expliciet maakt: het mijmeren over woorden en gebeurtenissen en het verkennen van de bijbehorende eigen gevoelens.
Toen haar eerste boek, ‘Het doorbreken van organisatiepatronen’ in 2014 verscheen, moest de onderstroom nog een plek krijgen, stelt Moeskops. Inmiddels behoort deze tot het dominante discours van het organisatieadviesvak. En is er weinig aandacht voor de kwaliteit van de organisatiestructuur: de afspraken over wie waarvoor verantwoordelijk is, wie met wie samenwerkt, wie welke beslissingen mag nemen en hoe er wordt gestuurd. Een waardevolle bijdrage is daarom het hoofdstuk ‘Hoe organisaties een sociaal weefsel vormen’. Veel publicaties beschrijven de harde bovenstroom en de met emoties geladen onderstroom als een polariteit. Moeskops maakt duidelijk dat ze onlosmakelijk zijn verbonden. De eerste is mede bepalend voor de interacties in de tweede en het sociale weefsel dat daarbinnen, via psychologische processen, ontstaat en holding biedt. Schiet dit houvast te kort, dan krijgt de informele organisatie de overhand, met alle gevolgen van dien. Er is dus een onderscheid aan te brengen in de kwaliteit van structuren, concludeer ik als ontwerper. Een uitdaging voor ontwerpers om te onderzoeken welke structuurkenmerken succesvol zijn in het ontwikkelen van hoogwaardig sociaal weefsel.
Het boek bestaat uit 7 hoofdstukken, deels bewerkingen van eerder verschenen artikelen of blogs. Deze vormen een consistent geheel en zijn prima apart en in willekeurig volgorde te lezen. Ze zijn verrijkt met voorbeelden, die de theorie tot leven brengen. Intermezzo’s introduceren de verschillende hoofdstukken. Het boek bevat zowel een inleidende samenvatting als een introductie van elk onderdeel in het eerste hoofdstuk, ‘Vanzelfzwijgend’. Handig om naar terug te grijpen, wanneer je begrippen en inhoud wil terugvinden. Daarbij is elk hoofdstuk voorzien van bronnen.
Moeskops bouwt met dit boek verder op haar eerdere publicatie, terwijl ze begrippen en concepten evengoed uitlegt, toegelicht, verrijkt en voorziet van voorbeelden. Daarbij biedt ze ook nieuw interventierepertoire, zoals aandacht voor discours en narratieve interventies: het afbreken en weer opbouwen van verhalen, waarmee gebeurtenissen en relaties nieuwe betekenis krijgen. Het hoofdstuk ‘Wat doet het je doen’ en het inleidend intermezzo, maken nieuwsgierig en tegelijkertijd voel ik me als adviseur, vanuit mijn traditie, onzeker. Zal het me ooit lukken om ‘te navigeren tussen het landschap van identiteit en dat van actie’? Om ‘een methodische positie van neutraliteit in te nemen? En om een ‘beschouwende derde positie te faciliteren’? Daarbij betrekt dit hoofdstuk gedachtengoed van maatschappelijke duiders als Rosa, Verhaegen en Foucault. Een trend die afgelopen jaren zichtbaar is in het organisatieadviesvak en die ik - persoonlijk - moeilijk vind in mijn praktijk toe te passen. De laatste paragraaf van dit hoofdstuk heet ‘geen toverdoos’, waarin de auteur aangeeft dat een narratief systeemperspectief geen totaaloplossing biedt, maar alleen een deel is van een veranderstrategie. Dat stelt me gerust.
Het laatste hoofdstuk, ‘Verschil maken in kwesties die er toe doen’, gaat over tegenspraak in, of beter gezegd, richting de top. Ik moet denken aan wat ik noem, de tegenspraak-paradox: de praatpraktijk waar tegenspraak gewenst is of zelfs geïnstitutionaliseerd, en de daadpraktijk waar tegenspraak tot oncomfortabele, zelfs onveilige, gevoelens kan leiden. Een actueel onderwerp.
Vanzelfswijgend is een mooi boek, dat een ander dan gebruikelijk perspectief biedt op de dynamiek in organisaties. Het is geen boek om even uit te lezen. Dat geeft niets, want het is tijdloos. Het is een boek om op te kauwen, te ontdekken en op terug te grijpen. Het is mooi en leerzaam. Hoewel het wordt aangeprezen als bedoeld voor ingewikkelde situaties, wanneer het vastzit en ‘gewone’ interventies niet werken, reikt het wat mij betreft kennis aan die in veel situaties inzicht biedt en toepasbaar is. Een welkom bijproduct: het dwingt tot reflectie op eigen emotionele reacties en leidt tot zelfkennis.
Hartger Wassink
Goed bestuur voor iedereen
R.Schildmeijer 25-09-2024
Hartger is een adviseur met een overtuiging. Op de openingspagina van het boek staan wel vier quotes die dat illustreren. Het is nodig om het systeem te veranderen als we verandering willen. Een systeem om naar te kijken, en te veranderen, is dat van bestuur en toezicht van publieke organisaties, zoals het onderwijs. Principieel moet dat georienteerd zijn op maatschappelijke waarde, dat Hartger uitwerkt in 6 principes voor bestuur en toezicht. Dat doet hij helder, eenduidig en praktijkgericht; als een handboek. Daarmee reikt hij met boek een moreel kompas voor mensen in de rol van bestuurder en toezichthouder, maar ook voor adviseurs die opdrachtgevers helpen met het inrichten of evalueren van deze functies. Dat zet je aan het denken: waar doe je het anders voor dan maatschappelijke waarde, als je in de publieke sector werkt, terwijl je intussen wordt geconfronteerd met o.a. de perverse effecten van marktwerking waarmee we de publieke sector in Nederland misschien wel teveel besmet hebben?
Wiko
Terug naar simpel
J.de Ruijter02-10-2024
Dit boek toont aan dat veel complexiteit waarin mensen en organisaties denken vast te zitten én niet nodig is én simpel kan worden versimpeld. Zo kan iedereen weer doen wat ertoe doet. Simpel, toch?
p.van wijk02-10-2024
Het boek ontmaskert de compexe regelzucht en geeft uitstekende tips om weer terug naar simpel te gaan.
M.Schenkel03-10-2024
Het is actueel, heel praktisch met heel veel voorbeelden uit de praktijk. Het boek bekijkt de werkelijkheid van organisatieontwikkeling vanuit een origineel perspectief, namelijk: terug naar simpel!
B.Tielen03-10-2024
Met dit boek laat Wiko ons terug nadenken waar het echt over gaat: de essentie waarom we we bepaalde zaken doen en klopt dat ook nog met wie we willen zijn?
Heel eenvoudig rijkt hij 2 grote thema's aan: dingen simpel maken én simpel houden. Het is niet alleen het implementeren van de oplossing, maar meteen ook het borgen.
Daarnaast is het boek doorspekt met zijn eigen verhalen waardoor het niet alleen vlot leest en af en toe spontaan een glimlach doet verschijnen. Het maakt de concepten en ideeën ook heel tastbaar en begrijpbaar.
Ik ben ook meteen met de ideeën en concepten aan de slag gegaan in de eigen Vlaamse praktijk als organisatiearchitect en verhalensmid.
R.Frijling06-10-2024
Als je streeft en er voor zorgt dat alles zo simpel mogelijk is en blijft dan loopt de organisatie al snel op rolletjes.
Rob Wagenaar
Van beroep organisatieadviseur
R.Schildmeijer 08-10-2024
Rob Wagenaar is oud-voorzitter van de OOA en al sinds de jaren '70 actief in ons vak. In het boek een doorkijkje in hoe hij zich in dat vak ontwikkeld en hoe zichzelf daardoor heeft ontwikkeld. Daarmee legt hij misschien wel een van de onderbelichte kanten van ons vak bloot. 'Je neemt jezelf mee' heet het zo vaak en dat is geen nieuws, maar het betekent dat het vak jou ook meeneemt: in elke opdracht, elke ervaring, elke interactie met klanten of collega's vormt hét vak jou ook. Ik heb het gelezen als een professionele biografie en een mooie spiegel voor mezelf: welke keuzes heb ik gemaakt, maak ik nog steeds? Wanneer ben ik 'ook zo?', wanneer denk ik 'niet zo'.
Het is mooi hoe Rob zich blijft committeren aan een vak, een ambacht, waar hij voor staat. Wordt dit geen boek van het jaar? Dan toch op zijn minst de aanmoedigingsprijs!
Brechtje Kessener
Je zal er maar werken
S.Nero09-10-2024
In dit boek valt alles samen rondom ontwerpen en ontwikkelen van organisaties. Theorie en praktijk. Ontwerpproces en procesontwerp. Het meervoudig kijken. Bovendien voorzien van een handige ordening, passend bij de belangrijkste stappen uit het ontwerpproces. Na het manuscript te hebben gelezen las ik toch weer veel nieuwe zaken. Zowel voor de beginners als voor gevorderden een fijne introductie en naslagwerk op het gebied van ontwerpen van organisaties.
P.Wout14-10-2024
Totaaloverzicht organisatieontwerp met daarbij cases om de toepassing tastbaar te maken
M.van de Logt 30-10-2024
Iedereen kent de frustratie van onnodige regels en onhandige structuren in een organisatie. Brechtje laat zien hoe je hier systematisch naar kunt kijken en ze kunt aanpassen aan jouw werk, jouw type medewerkers en de omstandigheden van jouw instelling of onderneming. Ze doet dit op een toegankelijke manier, maar met een stevige theoretische basis.
K.van Hattum04-11-2024
Brechtje Kessener brengt organisatieontwerp terug naar de basis door een ontwerpende aanpak te hanteren. Niet blind modellen en modes volgen, maar steeds zoeken naar wat het beste past. Ze reikt theorie en handvatten voor de praktijk helder en overzichtelijk aan. Een topboek voor wie bewuster met organisaties aan de slag wil!
R.Heij05-11-2024
Dit boek geeft eindelijk eens op duidelijke en originele wijze weer hoe je organisaties beter kan laten werken in de huidige en toekomstige context. Een fijn toegankelijk boek zonder aan diepgang in te boeten. Als bonus zijn er ook nog veel casussen beschreven van andere organisaties waarvan te leren valt. Aanrader dus!